Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AR0986

Datum uitspraak2004-09-10
Datum gepubliceerd2004-09-10
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers9099 (R97/164HR)
Statusgepubliceerd


Indicatie

10 september 2004 Eerste Kamer Rek.nr. 9099 (R97/164HR) JMH Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: INTERNATIONAL SALES PROMOTORS B.V., h.o.d.n. Bae Shian Nederland B.V., alsmede h.o.d.n. Chien Pu Wan B.V., gevestigd te Oisterwijk, VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. A.H. Vermeulen, t e g e n de rechtspersoon naar internationaal recht HET BENELUX-MERKENBUREAU, gevestigd te 's-Gravenhage, VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. C.J.J.C. van Nispen. 1. Het verloop van het geding...


Uitspraak

10 september 2004 Eerste Kamer Rek.nr. 9099 (R97/164HR) JMH Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: INTERNATIONAL SALES PROMOTORS B.V., h.o.d.n. Bae Shian Nederland B.V., alsmede h.o.d.n. Chien Pu Wan B.V., gevestigd te Oisterwijk, VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. A.H. Vermeulen, t e g e n de rechtspersoon naar internationaal recht HET BENELUX-MERKENBUREAU, gevestigd te 's-Gravenhage, VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. C.J.J.C. van Nispen. 1. Het verloop van het geding Voor het procesverloop tot dusver verwijst de Hoge Raad naar zijn beschikking van 30 maart 2001. Bij die beschikking heeft de Hoge Raad de beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 september 1997 vernietigd, het geding ter verdere behandeling en beslissing naar dat hof verwezen, en de beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie aangehouden totdat het Benelux-Gerechtshof in de zaak KPN tegen het BMB omtrent de inschrijving van het merk Postkantoor een beslissing zal hebben gegeven. Het Benelux-Gerechtshof heeft op 29 november 2001 in voornoemde zaak tussen KPN en het BMB onder meer voor recht verklaard: "In de in artikel 6ter BMW voorziene procedure dient de rechter nationaal recht toe te passen ten aanzien van een eventuele kostenveroordeling." Bij brief van 27 augustus 2004 heeft de advocaat van ISP de Hoge Raad verzocht thans een beslissing te geven omtrent de kostenveroordeling in de onderhavige zaak. 2. De kostenveroordeling Gelet op de onder 1 vermelde verklaring voor recht van het Benelux-Gerechtshof zal de Hoge Raad omtrent de kostenveroordeling beslissen als hierna vermeld. 3. Beslissing De Hoge Raad: veroordeelt het BMB in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ISP begroot op € 222,35 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Deze beschikking is gegeven door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 10 september 2004.